Regio – De veiligheidssituatie in het Groningse aardbevingsgebied is het afgelopen jaar iets verbeterd, maar er blijft dringend actie nodig om de versterking van gebouwen voortvarend af te ronden. Dat blijkt uit het rapport Staat van de veiligheid van Groningen in verband met de voormalige gaswinning – 2024, uitgebracht door het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
Vooruitgang geboekt, maar tempo blijft te laag
Tot eind 2024 zijn in totaal 5.687 woningen versterkt. Er resteert echter nog een opgave van zo’n 10.000 tot 11.000 woningen. De versterkingswerkzaamheden lopen achter op schema. In plaats van de geplande 1.400 versterkte of nieuwbouwwoningen zijn er het afgelopen jaar slechts 1.223 opgeleverd. Hoewel de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) stelt de werkzaamheden grotendeels in 2028 te kunnen afronden, wijst SodM erop dat het huidige tempo eerder richting 2034 wijst. Versnelling is daarom noodzakelijk.
Gezondheid en welzijn zwaar onder druk
Uit onderzoek van Gronings Perspectief (Rijksuniversiteit Groningen) blijkt dat de voortdurende onzekerheid over schadeherstel en versterking negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid en het welzijn van bewoners, vooral voor wie herhaaldelijk schade heeft geleden. Inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren van SodM maakt zich daar ernstige zorgen over: “Het lange wachten sloopt mensen. Het is nu niet de tijd om achterover te leunen omdat de gaswinning is gestopt.”
Kans op zware beving kleiner, risico blijft bestaan
Hoewel de gaswinning uit het Groningenveld is gestopt, vinden er nog steeds aardbevingen plaats door drukvereffening in het ondergrondse gasveld. Het aantal bevingen neemt af en ook de kans op zware aardbevingen is kleiner geworden. Toch blijft er een kans van 1% op een beving met een magnitude van 4,0 of hoger. Voor 2018 was dit nog 5,5%. Door de ondiepe ligging van het veld en de zachte ondergrond blijven met name oudere, kwetsbare gebouwen vatbaar voor instorting bij zwaardere bevingen.
Langetermijnzorg en nazorg
Naast de versterkingsopgave keek SodM ook naar de ontmanteling van gaswinningslocaties en de noodzakelijke nazorg. De toezichthouder benadrukt dat structurele aandacht voor de gevolgen van gaswinning op lange termijn essentieel blijft.