Appingedam – De meeste musea bestaan al veel langer, maar soms ontstaan ze nog. Meestal dankzij puissant rijke zakenlui, die kolossale gebouwen neerzetten voor vaak zeer moderne kunst. Die musea maken meteen een vliegende start want budgetproblemen zijn er niet. Zelden echter, ontstaan musea uit de kunst zelf, en worden ze zonder budget door kunstenaars in het leven geroepen en gehouden. Met veel kunst en vliegwerk.
Dat gebeurde in 1998, toen Rob Møhlmann (Hillegom, 1956) – zelf een zeer realistisch werkend schilder – de Eerste Onafhankelijke realisten Tentoonstelling (ORT) organiseerde in zijn toenmalige tentoonstellingsruimte. Hij bood daarmee voor het eerst een landelijk platform voor realistisch en figuratief werkende kunstenaar collega’s uit heel Nederland en liet dat al meteen vergezeld gaan door een boek/catalogus Realisten 1998.
Het was ook het jaar dat de expositieruimte voor eigen werk schielijk transformeerde in een bescheiden museaal onderkomen voor tijd en generatiegenoten, want er werd nu ook – aanvankelijk heel voorzichtig – kunst aangekocht en eigen werk in de vaste collectie opgenomen. Samen met zijn muze Laura (1949-2010), bouwde hij een en ander stap voor stap uit tot een gewaardeerd en intiem kunstenaarsmuseum. Geheel op eigen kracht, want kapitaal had het echtpaar zeker niet. Integendeel. Aankopen werden vooral gefinancierd uit verkopen van het werk van Rob Møhlmann. In het jaar 2000 verhuisden Rob en Laura binnen hetzelfde Noord-Hollandse dorp Venhuizen naar een groter onderkomen. In 2007 echter, verhuisden ze opnieuw. Nu naar het historische stadje Appingedam, waar ze een museale herenboerderij omtoverden in een ‘houten kathedraal voor de kunst’. Deze werd, na veel tegenslag, in 2008 geopend met de 10e editie van de jaarlijkse ORT.
In 2010 overleed Laura en moest Rob alleen verder. Er volgden drie wazige jaren, waarin hij o.a. de bundel Gebroken Blauw schreef en o.a. de prachtige tentoonstelling Mijn Muze maakte, maar ook… alle verdiensten en opgebouwde reserves omzette in kunst. ‘Troostaankopen’ noemde hij dat. Er ontstonden daarmee weliswaar boeiende, nieuwe deelcollecties (o.a. Middeleeuwen, Gouden Eeuw en Jan Mankes) en ook de eigentijdse collectie Realisme & Figuratie kreeg een flinke boost, maar het was financieel balanceren langs het randje. In 2013 blies hij de mist weg en maakte een bijna onmogelijke keuze. Hij hing na 35 jaar zijn penseel aan de wilgen en koos voor het museum, waaraan ondertussen zo’n 150 kunstenaars min of meer verbonden waren en dat steeds meer een ‘Gesamtkunstwerk’ aan het worden was; woning, museum, (beelden)tuin, atelier, bibliotheek… alles zal op den duur in elkaar overlopen.
In die afgelopen turbulente 20 jaren zijn de ORT’s een vast gegeven gebleven. Elk najaar keerden zij steevast weer en telkens met een kleurrijk boek/catalogus in de serie Realisten. Wat in 1998 begon met ruim 30 kunstenaars van naam, vindt in 2018, een nieuw hoogtepunt in de deelname van 127 gerenommeerde kunstenaars uit heel Nederland. Met ongeveer 500 werken laten zij zien dat deze tak van kunst nog steeds springlevend is.