Groningen – Het imago van Groningen is beter dan wat de inwoners van Groningen zelf denken. Toch scoort Groningen op aspecten rond de aantrekkelijkheid van ondernemen en wonen en zelfs studeren niet hoog bij de niet-Groningers. Bedrijven buiten Groningen zien Groningen niet als een aantrekkelijke vestigingsplaats, vooral Oost-Groningen scoort erg laag, zelfs bij Groningse bedrijven. Dit zijn enkele conclusies uit de Imagomonitor 2020 die in opdracht van Nationaal Programma Groningen is ontwikkeld door een groep onderzoekers van de Hanzehogeschool, de Rijksuniversiteit Groningen en het adviesbureau For the Love of Place.
Nationaal Programma Groningen heeft de Imagomonitor laten ontwikkelen. Eén van de doelstellingen van Nationaal Programma Groningen is namelijk om het imago van Groningen te verbeteren. Om een goede vergelijking te kunnen maken is een vertrekpunt van belang, dat is deze zogeheten nulmeting. Om ontwikkelingen te kunnen beoordelen, volgt de komende jaren soortgelijk onderzoek. Het onderzoek is onderdeel van de evaluatie van het gehele nationaal programma, waarbij onder andere wordt gekeken naar de ontwikkeling van de brede welvaart. De resultaten van dit onderzoek zijn voor veel organisaties, bedrijven en overheden in de provincie relevant. “We weten nu hoe het imago van Groningen ervoor staat. Dat biedt onderbouwing en aanknopingspunten voor activiteiten gericht op het verbeteren van dat imago”, aldus Siem Jansen, directeur van Nationaal Programma Groningen.
In totaal zijn 6.600 respondenten, waaronder ruim 1.000 bedrijven, verdeeld over Nederland gevraagd naar wat ze van Groningen vinden. Als je niet-Groningers een aantal mogelijke associaties voorlegt worden ‘ruimte’, ‘nuchter’, ‘groen’ en ‘authentiek’ als meest passend gezien. Hoewel het algemene beeld over Groningen dus niet heel slecht is, zijn er wel verbeterpunten. Zo wordt Groningen buiten Groningen niet als ‘internationaal’ gezien en evenmin als ‘jong’ ondanks studentenstad Groningen. Spontaan wordt door niet-Groningers ook al gauw aan aardbevingen en aardgas gedacht bij Groningen.
Als er gekeken wordt hoe bepaalde aspecten van Groningen gewaardeerd worden, dan vinden Groningers zelf ‘de kans om een baan te vinden’ het minst sterk. Niet-Groningers vinden dat ook in sterke mate. Maar ook het ‘wonen en opgroeien in Groningen’ lijkt veel niet-Groningers niet erg aantrekkelijk. Groningers zelf zijn juist heel trots op hun woonplek.
Projectleider Lector Marketing Karel Jan Alsem (Hanzehogeschool): “Het is een goede zaak dat Nationaal Programma Groningen imago als sturingsinstrument meeneemt. Beslissingen die mensen nemen, of het nu om vakantie, wonen of ondernemen gaat, vinden voor een groot deel onbewust plaats. Dan moet je als gebied dus hoog scoren op imago.”
Bedrijven associëren Groningen met een aantrekkelijke plaats om te verblijven. Ruimte, groen, veiligheid en leefkwaliteit scoren behoorlijk goed. Hier staat een relatief negatief beeld tegenover voor de economische aspecten innovativiteit, ondernemerschap, talent en het internationale karakter van Groningen. Dit vertaalt zich in de lage waardering voor Groningen als vestigingsplaats. “Opvallend is ook”, aldus economisch geograaf Sierdjan Koster (Rijksuniversiteit Groningen), “dat Groningse bedrijven hun eigen provincie weliswaar beter waarderen, maar minder sterk dan in andere provincies zoals Friesland. Ook geldt de hogere waardering het westen van de provincie en nauwelijks Oost-Groningen.”
“Er is duidelijk werk aan de winkel” stelt Martin Boisen (For the Love of Place), “deze monitor is niet bedoeld als een passieve vinger aan de pols. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat het monitoren van het imago helpt in het maken van strategische en tactische keuzes over hoe we het imago kunnen versterken. Daarom is het ook zo mooi dat een beter imago een van de belangrijke doelstellingen voor Nationaal Programma Groningen is”.