Groningen – Door een gezamenlijke inspanning blijft de iep onderdeel van het landschap. Dankzij deze aanpak, gestimuleerd door de Stichting Groninger Bomenwacht, is het aantal bomen dat wordt getroffen door iepziekte in de afgelopen vijftien jaar afgenomen van ongeveer tien procent naar minder dan één procent in 2024. Gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat, bewoners en organisaties die natuurgebieden beheren spelen hierin een belangrijke rol. De uitvoering van opsporing en verwijdering wordt verzorgd door Stichting Landschapsbeheer Groningen.
Verdwenen bomen
De iepziekte heeft in de afgelopen decennia veel bomen uit het landschap laten verdwijnen. De verspreiding ging zo snel dat er vrees was voor het voortbestaan van de soort. Ondanks de geboekte vooruitgang blijft voortdurende aandacht en opsporing noodzakelijk, aangezien de ziekte niet volledig uitgeroeid kan worden.
Kenmerkend voor Groningen
De iep (Ulmus) is al eeuwenlang een beeldbepalende boom in Groningen. Begin vorige eeuw stonden er honderdduizenden in de provincie, vooral in kustgebieden. De bomen gedijen goed op veen- en kleigronden en zijn goed bestand tegen krachtige, zoute wind, iets waar veel andere soorten moeite mee hebben.
Belang voor natuur en klimaat
De iep speelt een belangrijke rol in de biodiversiteit. Aangezien de milieuwinst van bomen sterk samenhangt met de omvang van de kroon, is bescherming van de bestaande bomen essentieel. Om het verlies van een volgroeide boom te compenseren, zijn tientallen jonge exemplaren nodig. In Groningen staan momenteel ongeveer 40.000 klonale iepen en zo’n 4.000 locaties met veldiepen, die een meer struikachtige vorm hebben.
De ziekte en verspreiding
Iepziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die de vaten van bomen verstopt, wat leidt tot plotselinge vergeling van het blad, meestal zichtbaar aan één tak. Eenmaal besmette bomen herstellen niet en moeten zo snel mogelijk worden verwijderd om verdere verspreiding te voorkomen. De schimmel wordt overgebracht door een kever die eitjes legt in aangetaste bomen, of via wortelcontact tussen bomen in de buurt. Zorgvuldige opruiming is noodzakelijk, omdat zelfs achtergebleven hout met bast verdere besmetting kan veroorzaken.
Voortzetting van de bestrijding
Ondanks de succesvolle aanpak die heeft geleid tot een lage sterfte onder iepen, kiezen sommige partijen ervoor om niet langer mee te doen aan de gezamenlijke bestrijding. Dit vormt een groot risico, omdat de ziekte zich door een gebrekkige aanpak opnieuw snel kan verspreiden. Dit zou niet alleen een verlies betekenen voor de biodiversiteit, maar ook hoge kosten met zich meebrengen voor het verwijderen van aangetaste bomen.
Toekomstperspectief
Naast het bestrijden van de ziekte werkt de Stichting Groninger Bomenwacht aan het herstel van de iep in het landschap. De afgelopen jaren zijn meer dan 10.000 bomen teruggeplant, waarbij gebruik wordt gemaakt van soorten die beter bestand zijn tegen de ziekte. Door een combinatie van ziektebestrijding en grootschalige aanplantprojecten blijft de iep behouden voor de toekomst van Groningen.