Nederland – Kunstmatige intelligentie (AI) is alom in het nieuws tegenwoordig. Deze technologie ontwikkelt zich snel en haalde het wereldnieuws met de opkomst van zogenaamde ‘chatbots’ dit jaar. Het is in staat – tot op zekere hoogte – intelligentie van mensen na te bootsen en het wordt toegepast in computer software dat kan leren, redeneren en creatief kan zijn. Over het algemeen zijn A.I. toepassingen gebaseerd op het ‘Transformer’ model ontwikkeld door Google. Dit model is een type neurale netwerkarchitectuur dat zeer effectief de taal van mensen kan begrijpen en genereren.
De modellen hierachter zijn getraind op enorme datasets van tekst waardoor het in staat is om antwoorden te genereren op een breed scala aan vragen en opdrachten. Er kan niet alleen mee worden gechat, maar ze kunnen ook helpen bij bijvoorbeeld het vertalen van buitenlandse teksten, of bij programmeren.
Belangrijke spelers op dit terrein zijn bedrijven als Nvidia die veel van de hardware maken (zogenaamde ‘GPUs’) waarop de A.I. modellen draaien. Dit is een zeer technisch gebied – Cartesium in haar handleiding over computer hardware gaat hier dieper op in. Met de hardware kan A.I. niet alleen gebruikt worden voor eenvoudige taken en conversaties maar ook om modellen te hertrainen zodat ze steeds beter worden.
Deze ontwikkelingen zijn van grote invloed op zaken als bijvoorbeeld klantenservice en onderwijs. De maatschappij weet nog niet goed met deze nieuwe technologie om te gaan. De VN pleitte zelfs recentelijk ervoor om het gebruik van kunstmatige intelligentie te beperken op school tot jongeren die op zijn minst 13 jaar zijn (zie https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/artikel/5406488/chatgpt-kunstmatige-intelligentie-scholen-onderwijs).
Daarnaast zijn er ook zorgen over privacy, de verspreiding van desinformatie en de impact op de arbeidsmarkt. Aan de ene kant kan het banen kosten, maar A.I. ontwikkelingen zorgen ook voor nieuwe banen, bijvoorbeeld op het gebied van data en IT. Het is belangrijk dat ontwikkelaars en gebruikers van AI verantwoordelijk omgaan met deze technologie en ethische richtlijnen opstellen om negatieve invloed zoveel mogelijk in te perken.